Wisselslag
De wisselslag is, zoals de naam al zegt, een combinatie van de vier zwemslagen. Binnen het wedstrijdzwemmen is het een officieel en olympisch programma onderdeel. De wisselslag wordt als het meest zware onderdeel beschouwd. Door het continu afwisselen van slagen wordt er veel van de zwemmer gevraagd op het gebied van kracht en conditie.
Volgorde zwemslagen
De volgorde bij de wisselslag is vast en altijd:
- Vlinderslag
- Rugslag
- Schoolslag
- Borstcrawl / vrije slag
Uitzondering volgorde bij estafette
Enkel als de wisselslag in estafette vorm wordt gezwommen wordt afgeweken van de volgorde. Dan is de volgorde: Rugslag, schoolslag, vlinderslag, borstcrawl (of vrije slag). De reden dat in de estafette van de volgorde wordt afgeweken heeft te maken met de start. Rugslag wordt vanuit het zwembad gestart (hangend aan het startblok). Dat is niet makkelijk met de overname tussen verschillende zwemmers. De volgende zwemmer mag in een estafette namelijk pas starten als de vorige zwemmer heeft aangetikt. Om die reden wordt in estafette dus altijd gestart met de rugslag, zodat de overige overnames vanaf het startblok uitgevoerd kunnen worden.
Wisselslag in wedstrijdverband
De wisselslag kent in de lange baan wedstrijden (50m bad) twee officiële afstanden. De 200m en 400m wisselslag. Bij een 200m wordt dus afwisselend iedere slag 50m gezwommen. Bij een 400m wordt afwisselend iedere slag 100m gezwommen.
Op de korte baan (25m bad) kent het onderdeel 3 afstanden, 100m, 200m en 400m wisselslag. Bij de 100m wordt iedere slag 25m gezwommen.
In estafette vorm zijn de afstanden in wedstrijdverband 4x100m op de lange baan (iedere zwemmer zwemt 1 specifieke slag voor 100m) of 4×50 op de korte baan (iedere zwemmer zwemt 50m 1 specifieke slag).
- Lees hier meer over het verschil tussen Lange baan vs korte baan zwembad
