Recht zwemmen in open water. Het lijkt zo makkelijk. Maar in de praktijk valt het stiekem vaak tegen. Je bent lekker aan het zwemmen, kijkt regelmatig, maar voor je het weet lig je toch ineens uit koers. Huh? Ik zwem toch recht? Niet dus. Een probleem waar veel open water zwemmers mee te maken hebben. En iets wat je ook lastiger kunt trainen in het zwembad. Of toch niet? We nemen je mee in de oorzaken van niet recht zwemmen en natuurlijk tips om voortaan wel recht te zwemmen in open water.
Ook interessant: 6 openwater technieken die je prima in een zwembad kunt trainen
Oorzaken van scheef zwemmen
De oorzaken waarom je scheef zwemt kan divers zijn. Maar in de meeste gevallen zit het toch echt in zwemtechniek. Niet altijd het leukste om te horen, maar het positieve punt is dat je het kunt trainen (en dus ook in het zwembad). Allereerst een lijstje van mogelijke oorzaken:
Golfslag / stroming
Zeker als je zwemt in zee of in open water waar stroming heerst (rivier, groot binnenwater), kan het zijn dat je letterlijk afdrijft van de koers die je in gedachte hebt. Ga je dus zwemmen in water waar er stroming is, zoals in zee, hou hier dan goed rekening mee.
Ook interessant: Oceanman de internationale zwemuitdaging.
Bonustip: bekijk de cursus Maak kennis met openwater zwemmen in samenwerking met de KNZB!
Gebrek aan oriëntatie
Open water zwemmen vergt net wat andere vaardigheden dan zwemmen in het zwembad. Niet alleen heb je alles wat je in het zwembad ook hebt (minus de keerpunten), je hebt ook nog het stukje navigeren. Dat vergt dus training. Na iedere zoveel slagen eens opkijken en een goed punt zoeken waar je naar toe blijft zwemmen. Recht op je doel af. De frequentie van kijken in open water is wisselend. In deze blog lees je daar meer tips over: Open water zwemmen: 5 tips om te starten
Zwemtechniek – Disbalans in je slag
Eigenlijk de meest voorkomende. Vaak zet je met 1 arm net wat meer kracht of beoefen je net wat beter de techniek dan met je andere arm. Doordat je de natuurlijke oriëntatie mist zoals je wel hebt in het zwembad (de beruchte zwarte lijn) ga je dus ineens scheef. Er is een disbalans in je slag en/of in je ligging. En dat veroorzaakt dat je scheef gaat.
Test het zelf: Twijfel je over disbalans? Test het dan eens in het zwembad. Ga zwemmen en zwem 10 slagen met je ogen dicht. Na die 10 slagen kijk je waar je bent geëindigd. Zwem je nog steeds recht? Of hang je ergens in de lijnen? En zo ja, welke kant wijk je af? Links of rechts? Test dit een paar keer. Is de afwijking continu dezelfde richting, dan weet je dat daar de onbalans in je slag zit.
Overigens is de meest voorkomende oorzaak hiervan, kruisen door de middellijn. Je steekt niet recht in (dus schouderbreedte, recht voor), maar gekruist over je hoofd. Door dat kruisen gaat je hele ligging scheef en is de kans dus ook groot dat je daardoor niet recht zwemt. Probeer dat maar eens met hardlopen. Je ene been gekruist voor de andere neerzetten. Wedden dat je niet meer zo hard kan lopen dan wanneer je je voeten / benen gewoon recht naar voren zet? In het zwembad is dat niet anders. Je steekt in, in de richting waar je naar toe wilt. Rechtuit dus.
Test het zelf: Voor het recht insteken is het handig om jezelf eens te laten filmen. Veel zwemmers denken dat ze recht insteken, maar doen dit in de praktijk niet.
Een andere oorzaak kan zijn ademen aan 1 kant. Ook dat haalt je slag (lichtjes) uit balans. Zeker als je ademhaalt en je arm die op dat moment voor ligt beweegt een beetje mee naar binnen.
Tips recht zwemmen open water
Nu we weten wat de oorzaken kunnen zijn is het tijd voor de tips om wel recht te zwemmen in open water. We behandelen tips ter oriëntatie en tips voor het voorkomen van de disbalans in de slag.
Oriëntatie in open water
De kunst is om en koers te houden en geen verlies van snelheid te hebben op het moment dat je kijkt. Ofwel niet stoppen om te kijken, maar in je slag het kijken mee te nemen. Als het in borstcrawl nog niet lukt dan liever nog een paar slagen schoolslag om goed te kijken, dan dat je echt stopt met zwemmen, kijkt en weer verder zwemt.
Je kunt op twee manieren het kijken meenemen:
- Kijken, tegelijk met ademhalen
- Kijken, zonder adem te halen
Kijken zonder adem te halen heeft de voorkeur. Hiermee verstoor je zo min mogelijk de stroomlijn. Je tilt je hoofd licht voor je op tussen twee slagen door. Niet ver genoeg om adem te halen. Alleen je ogen komen uit het water. Dit heeft als voordeel dat je je hoofd minder ver uit het water hoeft te halen als wanneer je kijken en ademhalen combineert. Hoe verder je hoofd uit het water, hoe meer je benen zakken.
Het is dus efficiënter om ademhalen en kijken van elkaar te scheiden. Je hoeft niet continu te kijken. De algemene richtlijn is rond de 10 slagen een keer kijken. Maar doe vooral wat voor jezelf prettig is.
Los van de techniek van kijken is er nog een ander belangrijk aandachtspunt. Wat is je referentie? Soms kan dat een boei zijn, of een plek waar je naar toe zwemt, een boot, een hoog gebouw. Iets wat je als richting kunt gebruiken. Het maakt niet uit wat, zolang het maar niet beweegt.
Wat ik zelf vaak gebruik is de afstand tot de kant. Zeker in een rivier of meer lukt dat vaak prima. Met een rondje zwemmen blijf je op die manier zo goed mogelijk rond zonder dwars op het meer uit te komen. Als je in een groep zwemt kun je er ook voor kiezen om de rest te volgen. Het scheelt dan heel veel kijken en dus blijf je efficiënter zwemmen. Tijdens het ademhalen kun je met een schuinoog wel de afstand tot de andere zwemmers in de gaten houden. Maar let op, in een wedstrijd heeft dit niet de aanbeveling. Uiteindelijk wil je toch zoveel mogelijk op jezelf vertrouwen.
Zwemtechniek – recht leren zwemmen
Zwemtechniek is alles bepalend om een goede zwemmer te worden. Puur op brute kracht, of gewoon heel veel uren maken (zonder techniek) brengt je vaak niet veel verder. Zwemtechniek is de oplossing om sneller te leren zwemmen, maar om dus ook recht te zwemmen. Je zwemt in de richting waarna je wijst. Wijs je recht, zwem je recht. Simpel as that ;).
- Recht insteken, schouderbreedte, recht vooruit. Niet kruisen voor je hoofd. Dit is eenvoudig te zien om na het insteken zelf lichtjes naar voren te kijken. Ligt je arm recht voor je? Of gaat deze juist opzij? Door het kruisen raak je in onbalans en ga je juist scheef.
- Ademhalen. Beweeg je je arm mee als je ademhaalt? Of blijft je arm die op dat moment voor is, mooi in een rechte lijn?
- Gelijkmatig kracht verdelen. Deze is lastig te trainen of testen (behalve met een smart paddle analyse). Maar er bestaat een kans dat je met 1 arm veel meer kracht / water weet te verplaatsen dan met de andere arm. Door die ongelijke verdeling ga je automatisch scheef zwemmen. Als alle andere voorwaarden in orde zijn, dan weet je dat dit het is.
Al met al is het dus vooral een kwestie van oefenen. En dat kan dus ook net zo goed in het zwembad. Juist zwemtechniek laat zich goed trainen in het zwembad.
Verschil ademhaling zwembad vs open water
Is er een verschil tussen je ademhaling in het zwembad vs open water? Ja en nee. Een beetje afhankelijk van het type zwemmer, ervaring en je doelen. In het zwembad worden er vaak kortere afstanden gezwommen, zeker in wedstrijdverband. Ga je dus voor een sprint afstand dan is het doel zo min mogelijk te ademen. Want ook in het zwembad geldt dat een ademhaling je slag verstoort en het dus altijd iets aan snelheid kost (maar te weinig zuurstof kost hoe dan ook nog meer snelheid). Tijdens een 50m sprint, adem je dus het liefst zo min mogelijk. Vaak maar 1 of 2 keer over de gehele afstand.
Mocht je aan twee kanten kunnen / willen ademhalen dan is zowel buiten als binnen 1:3 een goede frequentie. De meeste zwemmers hebben echter een voorkeurskant. Zelf zwem ik buiten 1:2 en in het zwembad altijd 1:4. Ik gebruik namelijk het ademhalen in open water ook een klein beetje om koers te houden (afstand tot de kant gelijk houden) en het helpt in de oriëntatie in het algemeen. Daarbij maakt 1:2 ademen voor mij dat ik het makkelijker langere afstanden in een stabiel tempo kan volhouden. Hoe minder je namelijk ademhaalt, hoe meer energie het ook kan kosten. Let op ‘kan’, want het is maar net waar je goed getraind in bent.
De reden dat ik niet aan twee kanten ademhaal is in verband met de misselijkheid. Het continu draaien van mijn hoofd word ik dusdanig misselijk van, dat dit sowieso niet loont qua snelheid. Liever aan 1 kant goed en strak ademen, dan met pijn en moeite blijven draaien.
De kleurrijkste zwemboeien